Zappa in Japan

De laatste paar dagen bracht ik wifi-loos door aan de westkust van Japan. Losgezongen van google maps en booking.com was ik uitsluitend aangewezen op de Japanners om me heen.

We travel, initially, to lose ourselves; and we travel, next, to find ourselves. Pico Iyer. Dat eerste is me aardig gelukt, het tweede moet nog blijken.

Pico Iyer, een Britse schrijver van Indiase afkomst, liep 22 jaar geleden door dezelfde straten als ik vanochtend liep. Hij was op slag verliefd op Gion, het Geishadistrict in Kyoto, en daarna op een Japans meisje, met wie hij trouwde. Na een kleine kwart eeuw met haar in Japan schrijft hij: ik ben nog altijd een gaijin, een buitenlander, een vreemdeling, een alien.

De verbijstering van de eerste dagen in een land met onbegrijpelijke tekens en ondoorgrondelijke wezens was aan de westkust weg. De lucht was ijl.

Japanners waren niet langer de zwijgende massa’s in de metro van Tokyo en de niets ziende voorbijgangers op de trottoirs van Kyoto. Japanners, dat waren een zenmeester, een herbergier, een schrijfster van boeken over de Japanse cultuur en een oude bankier die op het einde van een lange avond de flamenco speelde op zijn gitaar. Ik had ze nooit in mijn eentje kunnen vinden.

Tracey bracht me bij ze, een Canadese vrouw van in de vijftig, met het formaat van een sumoworstelaar, scheuten paarse en groene plukken in haar wilde grijze krullenbos. Ze woont op drie uur rijden van Kyoto, midden in de bergen, in een zelfgebouwd huis waar ze keramische potten bakt en platen van Frank Zappa draait.

De schrijfster en de bankier ontvingen ons in een oude boerderij waar de schrijfster liet zien hoe je een traditionele Japanse maaltijd bereidt. De jeugd eet alleen maar fast food, zei ze. Ze kijken de hele dag op smart phones. Ze eten niet meer aan tafel . Ze weten niet hoe ze een conversatie moeten voeren. Yoshimi Nakagawa wil de tradities opschrijven, voordat ze allemaal verdwenen zijn, haar laatste boek heeft als titel Het Japan van niet zo heel lang geleden. De bankier en Tracey worden luidruchtiger naar mate de fles sake leger raakt, Yoshimi’s kin zakt langzaam op haar borst. Maak je geen zorgen, zegt Tracey, dat doet ze altijd.

De sake was een geschenk van de zenmeester waar we eerder op de dag te gast waren. Jiku Miyazaki liet zonnepanelen op het dak van zijn tempel plaatsen, op een digitaal schermpje ziet hij precies hoeveel kilowattuur stroom hij opwekt en verbruikt.

Ik vroeg hem naar suchness, een boeddhistisch concept waarover ik al een tijdlang mijn hoofd breek, zoheid: de dingen zien zoals ze zijn, zonder tussenkomst van zintuiglijke indrukken en redeneringen. Hoe kan dat? Hoe kun je iets waarnemen zonder waarneming?

Op tafel stonden nog de overblijfselen van de maaltijd die zijn vrouw voor ons had bereid, ik pakte een tomaatje uit de salade. Hoe kan je zonder inschakeling van je zintuigen weten dat dit een tomaatje is?

Hij zei: is het nodig om dat te weten?

Koyasan, 7 mei 2014 | zie ook Japan in Image lab

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>